logo damiaan de veuster

Parochie van de Heilige Damiaan de Veuster
'Mogen wij mensen zijn met een ruim hart, aan wie het te zien is dat hun geloof hen goed doet'

Het sacramentswonder van Stiphout

brand kerk stiphout kl1342 was op weerkundig gebied een bijzonder jaar. Hoewel de bronnen sporadisch zijn weten we dat in de maand juli door overvloedige regenval in de Duitse middelgebergten abnormaal hoge waterstanden werden gemeten. De grote massa’s water waren niet alleen ongelooflijk hoog, maar ook angstaanjagend; grote vernielingen konden niet uitblijven. 

Op 21 juli stortte in Würzburg niet alleen de brug in maar begaven ook delen van de stadsmuur het; het water stroomde over de treden van de kathedraal. 

In Frankfurt steeg de Main zo snel dat de bewoners de stad ontvluchtten omdat ze bang waren dat de hele stad zou instorten; de brug bezwijkt op 24 juli. Al dat water dat door de Rijn moet worden afgevoerd heeft ook tot gevolg dat er grote overstromingen ontstaan langs onze grote rivieren. Dat nieuws zal ook onze streken bereiken. 

Berichten uit Engeland melden grote hitte in augustus met onweer en regen. 

Ook in Stiphout barst een onweer los en slaat de bliksem in de kerk. Boer Jan Balloys die zijn akker aan het ploegen was zag even later de vlammen uit de kerk oplaaien. Als er niet snel iets gebeurde zouden ook de gewijde hosties weldra een prooi van het vuur worden. 

De toegesnelde pastoor had te weinig vertrouwen in zijn Heer en durfde de kerk niet binnen te gaan; hij gaf Jan Balloys toestemming om de hosties uit het vuur te redden. 

jan baloys wijkkunstwerk Stiphout HelmondToen Jan de kerk binnenkwam weken de vlammen uiteen alsof hij Mozes was. Ongedeerd bracht hij het Heilig Sacrament naar de pastoor. Jan Balloys raakte niet gewond; zelfs zijn kleren hadden geen schade geleden.  Toen Jan thuis kwam was zijn land op wonderbaarlijke wijze omgeploegd.

Het omgeploegde land van boer Jan was niet de enige opmerkelijke gebeurtenis. Mensen die hadden gebeden tot het Sacrement van Stiphout, waren plotseling genezen van allerlei ziektes. Vrij snel na de wonderbaarlijke gebeurtenissen werd een tweetal meisjes, nadat zij tot het Sacrament van Stiphout hadden gebeden, genezen. Het oudste meisje genas van de pest en het jongste van ‘langdurige koortsen’, maar later volgden ook genezingen van andere kwalen. Doofheid, kreupelheid en blindheid: het verdween volgens de verhalen als sneeuw voor de zon.

Er werd een tabernakel opgericht met daarop een schildering waarop men zag hoe de vlammen zich splitsten toen Jan Balloys de kerk binnenging. In dat tabernakel werden de twee geredde hosties bewaard. 

Aan het eind van de 16ᵉ eeuw was Jan van Roy pastoor van Stiphout. Hij liet de verhalen van drie Stiphoutenaren opschrijven. Volgens hen waren er toen al driehonderd tot vierhonderd ‘bezetenen’ naar het dorp gekomen om zich te laten verlossen van de duivel. 

Pastoor Jan beschreef zelf hoe zo’n duiveluitdrijving werkte: tegen zonsondergang werden de ‘patiënten’ drie keer om de kerk geleid, waarna ze wijwater moesten drinken. Daarna moesten ze naar bed en boete doen. Verbeterde de situatie niet na negen dagen en nachten? Dan werd de periode verlengd. Al die tijd waakten vier personen, onder leiding van de pastoor, over de bezetenen.

stiphout3Doordat er veel mensen werden genezen van bezetenheid werd Stiphout juist daardoor bekend. Getuigen verklaarden dat niemand tevergeefs een bedevaart naar Stiphout maakte om verlost te worden van de duivel. Er bestaat een lijst van 25 gevallen van genezing. De laatste getuigenis van een wonderbaarlijke gebeurtenis was de genezing van een veertienjarige Helmonder: 

Sgeeraert Willem Goossens en Heesken hadden hun blinde zoon Jacob mee naar Stiphout genomen. Nadat ze voor het uitgestalde sacrament hadden gebeden ging het gezin terug naar Helmond. Onderweg zei de zoon: “Moeder, ik zie vogels vliegen”. De kroniekschrijver noteerde: “En op de Stiphoutse aerde is hij siende geworden”.

Het is niet helemaal duidelijk wanneer de verering is opgehouden. Het bovenstaande duidt er in ieder geval op dat de teloorgang van het tabernakel in 1587 niet het einde van de cultus betekende. In een betoog dat is opgenomen in een boek van J.B. Gramaye (1610) vertelt de auteur, een kennis van Gramaye, dat hij vaak heeft gezien dat bezetenen zich naar Stiphout haastten om het uitgestelde sacrament te zien. Zelf had hij onder meer waargenomen dat twee personen na enkele dagen van bezetenheid bevrijd raakten. 

Op 2 juni 1620 bepaalde de landdeken van het district Helmond, Thomas Stricken, nog dat er ‘ten gerieve van de pelgrims die voortdurend [in Stiphout] aankomen, zal worden gezorgd voor twee biechtstoelen’. 

De Mierlose pastoor Augustinus Wichmans schreef nog in 1632 dat het Sacrament van Stiphout schitterde door zoveel mirakelen, dat de faam daarvan zich overal verspreidde en dat het dorp er wijd en zijd door beroemd werd. Ook had hij de hosties meermalen gezien en vereerd.
Misschien zijn de hosties een jaar na het verschijnen van het boek van Wichmans verloren geraakt: in 1633 werd de kerk van Stiphout opnieuw geplunderd en in brand gestoken, ditmaal door soldaten uit Kroatië.

FB IMG 1616714729731Na 1648 was een openlijke verering van het H. Sacrament in Stiphout niet meer mogelijk. Toch zijn er aanwijzingen dat de traditie van de Stiphoutse bedevaart tot de 19e eeuw bleef leven. Zo werd halverwege de 17e eeuw in Stiphout een afdeling van de Aartsbroederschap van het H. Sacrament opgericht en werd het kort na de brand van 1587 vervaardigde schilderij dat de oorsprongslegende vereeuwigde, overgebracht naar de schuurkerk. 

In 1758 kwam volgens de schout ‘jaerlijx op de roomsgesinde soo genaemde H. Sacramentsdag (sijnde alsdan ingelijx het van ouds soo gedoopte Stiphouts Bedevaertje) een considerabele menigte van vreemdelingen haere devotie verrichten in der rooms-gesinde kerkschuur alhier te Stiphout’. Bovendien werden op die dag allerlei kramen opgebouwd in het dorp, waar messen, kammen, stoelen, koek en varkens werden verkocht. 

In de kerk werd dan in een monstrans het allerheiligste opgesteld, waarvoor druk gebeden werd en een volle aflaat kon worden verdiend. Pas in de 19e- eeuw verdween deze jaarmarkt.

Toch verdween de herinnering aan de verering van het H. Sacrament in de 19e eeuw niet geheel. Volgens de overlevering stond toen op de oude toren in plaats van de gebruikelijke haan een ijzeren monstrans: een raamwerk met daarin de hostie en op het raamwerk een kruis. 

De glas-in-loodramen in de huidige Sint-Trudokerk uit 1884 memoreren eveneens het mirakel van Stiphout. De volgende tekst wordt daarbij vermeld:

Als 't hemels vier dees kerk soo schrikkelijk dee blaeken
en branden dat geen mensch daar cost ontrent genaecken
laat Jan Baloys syn ploech en met pastoors consent
haelt ongeseert uit 't vier het heylich sacrament


© SiteTurn | Damiaan de Veuster